Rook jij (nog)? Nee? En je vrienden of familie? Ook niet? En vroeger dan? Hadden jullie thuis, bij je ouders of grootouders, ook sigaretten en een asbak op tafel staan als er bezoek kwam? En nu, staat die asbak er nog?

 

Ik kan me verjaardagen van vroeger herinneren, waar mijn oma, haar zussen en vriendinnen, gezellig een sigaretje rookten. De rest van het jaar rookten ze niet, alleen één of twee op een verjaardag.

Daar zijn ze dan….de spiegelneuronen

 

Hoe komt het dat het vroeger normaal was dat je “voor de gezelligheid” rookte, terwijl je nu bijna nergens meer mag roken?

 

Omdat we nu weten dat het ongezond is? Nee, dat wisten we vroeger ook!

 

spiegelneuronen

 

 

Het komt door onze spiegelneuronen. We doen, wat een ander doet. Niet bewust maar onbewust. Gapen is hier eigen wel het bekendste voorbeeld van.

 

spiegelneuronen

 

 

Let maar eens op jezelf als je met iemand zit te praten die je leuk vindt, of die een ‘hogere’ status heeft. Zit ie aan z’n gezicht, dan merk je even later dat je hand ook naar je gezicht gaat*). Andersom werkt het ook, zit jij op een bepaalde manier en de ander kijkt tegen je op (of vindt je interessant) dan zal hij ook op dezelfde manier gaan zitten.

 

Spiegelen kan je ook bewust doen om meer contact met iemand te maken. Dat kan werken, maar je moet het niet té opvallend doen. Dan werkt het juist weer irritatie.

 

Als je de volgende keer weer met iemand praat, let maar eens op hun gedrag en dat van jezelf. En dan vooral op je houding. Misschien valt je dan op dat je de houding van de ander overneemt. Let vooral op als de ander van houding verandert. Voel je dat je lijf mee wil veranderen?

 

 

 

 

 

 

 

*) als er hij staat het natuurlijk ook een zij zijn (en andersom)!